Op deze pagina vind je alles over voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs.                 

Als we praten over speciaal onderwijs, komen er regelmatig een paar afkortingen en lastige termen voorbij, waaronder VSO, PRO en LWOO. Hier leggen we je graag uit wat ze betekenen.

Afkortingen kunnen erg handig zijn, bijvoorbeeld bij het notuleren van vergaderingen. Voor mensen die er niet dagelijks mee te maken hebben, is het alleen niet altijd even duidelijk wat er nu precies wordt bedoeld. Zo hebben we het bij het samenwerkingsverband regelmatig over VSO, PRO en LWOO. Dit zijn drie afkortingen die staan voor uiteenlopende vormen van ondersteuning waar jouw kind binnen het onderwijs gebruik van kan maken. VSO staat voor ‘voortgezet speciaal onderwijs’, PRO voor ‘praktijkonderwijs’ en LWOO voor ‘leerwegondersteunend onderwijs’. Wat die termen precies inhouden en hoe deze procedures werken, lees je hieronder.

Voortgezet speciaal onderwijs (VSO)

Niet ieder kind is gebaat bij regulier voortgezet onderwijs. Voor hen die extra ondersteuning nodig hebben, biedt voortgezet speciaal onderwijs mogelijk de oplossing. Op scholen die voortgezet speciaal onderwijs bieden, is er ruimte om specifieke aandacht te geven aan bijvoorbeeld een handicap of andere speciale omstandigheden van leerlingen. Hierbij streeft men ernaar om leerlingen uiteindelijk hetzelfde te leren als in het reguliere onderwijs. Dat kan bijvoorbeeld door de schooltijd te verlengen, maar ook door kleinere klassen te gebruiken en/of meer begeleiding te bieden.

Een kind kan op twee manieren instromen in het voortgezet speciaal onderwijs. De eerste manier is vanuit de basisschool of het speciaal (basis)onderwijs. De tweede is vanuit het reguliere voortgezet onderwijs. Voor beide opties is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Het samenwerkingsverband bepaalt uiteindelijk of je kind in aanmerking komt voor deelname.

Praktijkonderwijs (PRO)

Het praktijkonderwijs is een van de vier vormen van voortgezet onderwijs in Nederland. Het is bedoeld voor leerlingen voor wie het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) te lastig is. Het samenwerkingsverband bepaalt uiteindelijk of een kind in aanmerking komt voor praktijkonderwijs. We houden ons daarbij aan de twee landelijk bepaalde voorwaarden:

1. het kind heeft een IQ (intelligentiequotiënt) tussen de 55 en 80
2. het kind heeft een leerachterstand van minstens 50% op minimaal twee van de volgende vier gebieden: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)

Leerwegondersteunend onderwijs is voor vmbo-leerlingen die extra hulp kunnen gebruiken met leren of ondersteuning nodig hebben op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. Leerlingen volgen hun lessen ‘gewoon’ op hun reguliere vmbo-school (al is er hierbij soms wel sprake van speciale klassen). Het grootste verschil met regulier onderwijs is dat er bij LWOO meer tijd is voor persoonlijke aandacht voor leerlingen. Ook relatief nieuw: sinds 1 januari 2019 is het niet meer het samenwerkingsverband maar de betreffende school zelf die bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs.