Het nieuwe schooljaar is van start gegaan! Het is belangrijk om leerlingen snel te leren kennen en voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag geldt dat des te meer. Hoe pak je dat aan? Hoe zorg je ervoor dat leerlingen goed ‘landen’ op school en vanaf dag één de begeleiding krijgen die ze nodig hebben? Wij vroegen het aan drie conciërges in deze derde editie van In Verbinding.
Martijn Hendriks, hoofdconciërge Lorentz Lyceum in Arnhem
“Volgens mij zijn er tegenwoordig steeds meer leerlingen met rugzakjes. Vroeger werkten we op het Lorentz Lyceum veel meer volgens het principe ‘we zijn een school en doen wat we moeten doen’. Kinderen worden nu meer gehoord en gezien en er worden meer dingen voor ze gedaan. Ze komen vaak bij ons met problemen die ze niet met hun docent durven te delen. De drempel ligt bij ons een stuk lager. Ze moeten bij ons niks. We corrigeren ze niet. Dan is onze rol heel vrijblijvend. Ze komen bij ons als ze moeilijke thuissituaties hebben of in de knoop zitten met zichzelf. Ik geef bij voorbaat al aan dat ik het met niemand deel, anders is het vertrouwen weg. Het ligt aan de ernst van de situatie of het probleem ook echt bij mij blijft. Dan zeg ik: ik wil het zo transparant mogelijk met je oplossen, maar ik ben wel genoodzaakt het ergens neer te leggen, bij de zorgcoördinator bijvoorbeeld. Ik moet er ook zelf geen last van krijgen.”
Direct ontzorgen
“Om nieuwe leerlingen een zo zacht mogelijke landing te geven in het nieuwe jaar, of ze nu een ondersteuningsvraag hebben of niet, proberen we ze direct in de eerste week zoveel mogelijk te ontzorgen. We zorgen dat ze allemaal een kluisje en pasje hebben, bijvoorbeeld. In de pauzes lopen wij rondes. Als iemand alleen staat, checken we even of het wel goed gaat. Zo proberen we ze een geborgen gevoel te geven.”
Houd je aan je afspraken
“Als je een afspraak met een leerling maakt, moet je die nakomen. Lukt het niet? Dan moet je jezelf netjes afmelden. Anders krijg je nooit een goede band met de leerling en gaat het vertrouwen weg. Het is ook belangrijk dat je als team echt op één lijn zit. Vertrouwen is goed, maar controleren is beter. Blijf transparant. Wat ik overigens ook kan aanraden: bij het FiAC in Utrecht kun je de conciërgeopleiding doen op drie niveaus. Ik heb ze alledrie gedaan en je leert daar nog beter hoe je met kinderen om moet gaan: hoe je leert luisteren en kinderen zelf het verhaal laat doen.”
"Als je een afspraak met een leerling maakt, moet je die nakomen. Lukt het niet? Dan moet je jezelf netjes afmelden"
"Als je een leerling een standje hebt gegeven, moet het daarna ook wel over zijn"
Johan Hengeveld, conciërge Aeres College in Velp
“Ik ga aan het begin van het schooljaar op het Aeres College bij de eerstejaars de klassen in met een kort voorstelrondje. Dan leg de regels uit van de school en maak ik duidelijk dat ze altijd bij ons langs mogen komen als er iets is. En dat merk je gelijk. Specifieke hulpvragen liggen bij de mentor, daar neem ik ze dan mee naartoe. En anders gaan we richting het zorgteam, eerst het verhaal aanhoren. Als ze dat hebben verteld, lucht het ook snel op. Vaak weten ze wel dat ze rechtstreeks bij het zorgteam terecht kunnen, en de ouders ook. Maar kunnen ze even niemand vinden, dan komen ze bij ons. Of wij merken het zelf op, natuurijk. Wij zien de leerling in de aula’s en ons valt het meeste op. Ik heb wel bepaalde voelsprieten daarvoor. Ik regel trouwens ook de muziek hier op school en ben dan ook nog eens het type dat als er iemand jarig is, ik zorg ik dat er een klein beetje een feestje is.”
Je ogen open houden
“We hebben een leerling die geen remmen kent; hij sloeg een kind in de nek. We nemen hem dan apart mee naar de dagcoördinatie: kinderen die te laat zijn op school of eruit worden gestuurd, moeten zich daar melden. Zo ook deze jongen met een lichte vorm van autisme. Hij snapt totaal niet wat hij verkeerd doet. Zijn moeder komt soms op gesprek en vertelde eens dat op de basisschool ze het allemaal een beetje hebben laten verslonzen. Hij moet eigenlijk naar speciaal onderwijs. Je houdt dan naar hem toe je ogen extra open.”
Niet boos blijven
“Ik vind het belangrijk dat wanneer je een leerling een standje hebt gegeven, het daarna ook wel over moet zijn. Je moet ze niet in de gaten blijven houden, maar gewoon contact met ze blijven maken: hoe gaat het met jou en met school? Als je alleen maar boos blijft, werk dat averechts.”
Henk van Huenen, hoofdconciërge OBC in Bemmel
“De coronatijd heeft ook op het OBC Bemmel heel veel teweeg gebracht. Leerlingen zijn gelukkig weer terug op school en dat doet iedereen goed. Mij ook! Je merkt alleen dat iedereen een ontzettend kort lontje heeft; iedereen houdt elkaar nauwlettend in de gaten. Dat had je voor die tijd niet. Je merkt dat ze nu sneller naar de conciërge komen met een hulpvraag. We zijn dichter bij elkaar gekomen. Maar daardoor letten we ook meer op elkaar.”
Papa-mama-rol, vertrouwenspersoon en conciërge in één
“Ik doe alles wat in mijn vermogen ligt om de leerlingen een zo zacht mogelijke landing te geven, zodat ze zo min mogelijk stress hebben. We zijn ook alert op kinderen die meer hulp nodig hebben. Vroeger was het meer oppervlakkig, dan kwamen ze wanneer ze wilden en dat duurde soms maanden. Nu merk ik in de eerste zes weken al dat ik meer moet bemiddelen tussen kind en docent en meer meeloop met kinderen. De drempel is niet per se hoger; die is nooit echt hoog geweest. Maar mensen maken hem hoger. Iedereen heeft tegenwoordig problemen, de leerlingen met rugtasjes worden sneller duidelijker dan voorheen. En elk kind heeft zo’n rugtasje. Dat verandert mijn rol als conciërge in een papa-mama-rol en vertrouwenspersoon. De rol van de conciërge is steeds belangrijker en de vertrouwensband is sterker geworden. Helaas wordt de conciërge vaker wegbezuinigd en dat baart me heel veel zorgen.”
Kinderen hebben je nodig
“Vroeger was je conciërge, tegenwoordig ben je haast gastheer. Het is belangrijk dat je zo dicht mogelijk bij je opdracht als conciërge blijft en houd dat vast. Kinderen hebben jou nodig en jij hebt de kinderen nodig. Je moet goed naar ze blijven luisteren, dat is heel belangrijk.”