Het was beslist geen opgelegde opdracht van het bestuur. Deze samenwerking tussen regulier en speciaal voortgezet onderwijs gebeurde vanuit een sterke intrinsieke motivatie aan beide kanten. Gonny van Moorsel (directeur van VSO De Brouwerij) en Anouk Derksen (conrector van het Olympus College) waren dan misschien niet betrokken bij de start, maar zijn wel groot voorstander van het symbiosetraject van deze Oosterbeekse en Arnhemse school.
Op De Brouwerij wordt voortgezet speciaal onderwijs gegeven aan voornamelijk leerlingen met een vorm van autisme. Maar, zoals Gonny van Moorsel ook zegt: “Het leven is geen stille gang”. Het zou daarom heel ongewoon zijn om deze leerlingen apart, op een stille locatie, les te geven. En hoe kan je ze beter voorbereiden op het leven na school, dan door regulier en speciaal onderwijs met elkaar te integreren?
De reacties van de leerlingen van De Brouwerij zijn overwegend enthousiast, merkt Gonny op. “Ze vinden het fantastisch. Ze zeggen ook: ‘Wij zijn niet speciaal, we zijn gewoon’. Het betekent zoveel voor hun zelfvertrouwen dat ze zich niet weggestopt voelen op een aparte locatie, maar les krijgen op een reguliere school in een reguliere setting. Ze krijgen allemaal les van vakdocenten die wij niet in huis hebben, maar het Olympus College wel. Heel mooi hoe ze van die kennis kunnen meegenieten.” Anouk Derksen sluit zich daar bij aan: “Onze leerlingen leren dat de leerlingen in hun klas, in hun bubbel, niet de wereld representeren. Er zijn ook andere leerlingen met andere behoeftes. En dat gaat heel natuurlijk. Ik denk dat het voor onze leerlingen heel goed is dat ze een breder beeld krijgen van hun leeftijdsgenoten.”
Docenten zoeken elkaar op
Ook de docenten zijn tevreden met de samenwerking. Waar op het Olympus College in het begin nog even werd gevreesd voor extra tijd en energie, wijst de praktijk uit dat de leerlingen goed meekomen. Anouk: “Als ze de stap kunnen maken naar een reguliere les, dan moeten ze ook gaan proberen het volgens de reguliere manier te doen. Dus ja, de docent heeft er een paar extra leerlingen bij, maar geen studenten die extra veel zorg en aandacht vragen.” Dat de docenten van beide scholen elkaar geregeld opzoeken, is een belangrijke factor in de goede samenwerking. Ze houden samen pauze en lopen makkelijk bij elkaar naar binnen om even over leerlingen te praten. Gonny: “De docenten leren over en weer van elkaars expertise”. Dat gebeurt natuurlijk niet vanzelf en het heeft tijd nodig, maar de positieve ontwikkeling is duidelijk merkbaar op beide scholen.
"Ik denk dat het voor onze leerlingen goed is dat ze een breder beeld krijgen van hun leeftijdsgenoten.”
“Zoek elkaar op, dat is heel belangrijk. Je hoeft geen dikke documenten te schrijven voordat je samen gaat starten. En blijf elkaar ontmoeten.”
Je kunt dus wel voorzichtig stellen dat van een succesvol symbiosetraject kan worden gesproken; deze samenwerking tussen speciaal en regulier voortgezet onderwijs. Dat wil overigens niet zeggen dat Gonny en Anouk geen problemen ervaren. Het grootste obstakel? Ruimtegebrek. Het Olympus College groeit en de school komt aparte ruimtes tekort. Gonny werpt nog een ander vraagstuk op: “Wij werken met het staatsexamen, reguliere scholen werken met het PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting) en dat is nog wel lastig om goed op elkaar af te stemmen. Zouden onze leerlingen ook toe kunnen werken naar het PTA en op welke manier? Dat zou onze volgende opdracht misschien kunnen zijn.” Aan toewijding geen gebrek. Anouk en Gonny – en hun collega’s – worden gedreven door intrinsieke motivatie. Er is een brede behoefte aan samenwerking en dat voel je. Er wordt niet zomaar een opdracht uitgevoerd, maar ze kijken samen hoe ze het project het best kunnen oppakken en verder ontwikkelen.
Geef het tijd en begin klein
De grootste tip die ze andere scholen willen meegeven, is simpel. Start klein. De Brouwerij begon met één leerling die eens een les kwam volgen bij het Olympus College. Dat was het begin van de samenwerking. Anouk: “Geef het tijd en begin stap voor stap. Je hoeft niet gelijk een fusie van alle leerlingen te organiseren.” Gonny voegt nog toe: “Zoek elkaar op, dat is heel belangrijk. Je hoeft geen dikke documenten te schrijven voordat je samen gaat starten. En blijf elkaar ontmoeten.”