Joeri Vonk, directeur van het Liemers College, vertelt over de Structuurklassen en waarom lang niet alle leerlingen naadloos in het reguliere of speciale onderwijs passen.
“Als jongere in Zevenaar is het een aardig eindje rijden als je speciaal onderwijs nodig hebt. Het is een van de redenen waarom we zijn gestart met de Structuurklassen op het Liemers College. Iedereen moet immers nabij onderwijs kunnen volgen. Maar we hebben ook de taak om de gang naar speciaal onderwijs te verminderen. Passend onderwijs is heel mooi, maar lang niet alle leerlingen passen naadloos in het reguliere of speciale onderwijs. Daar wilde onze school een oplossing voor. We hadden de overtuiging dat veel kinderen die worden doorverwezen naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO), daar lang niet allemaal naartoe hadden gehoeven. Anderzijds waren er hier juist weer leerlingen die hier in de klas sociaal niet helemaal lekker uit de verf kwamen. Zo is het idee voor de Structuurklas ontstaan.”
Tussen de wal en het schip
“Vier jaar geleden werd op de locatie Landeweer van het Liemers College begonnen met de Structuurklas. Twee groepen van 12 leerlingen, een voor de onderbouw en een voor de bovenbouw. Het idee: we richten een speciale plek in voor leerlingen die in het huidige onderwijsaanbod een beetje tussen de wal en het schip vallen. Deze leerlingen hebben zeker niet allemaal een verwijzing. Het zijn juist kinderen die op ‘het randje’ zitten. Van hen denken we dat ze ook op het reguliere onderwijs een plekje moeten kunnen vinden als ze daar wat meer structuur krijgen dan anderen.”
Structuurklassen: altijd extra ondersteuning
“Iedere Structuurklas heeft een vaste mentor-coach met ervaring in het speciaal onderwijs. Deze is, zeker in de onderbouw, altijd bij de klas en geeft niet-specialistische vakken. Hij wordt ondersteund door een onderwijsassistent of een student pedagogiek. Er is dus altijd een extra ondersteuner in de klas. Krijgen ze een vak als biologie of aardrijkskunde bij een andere docent, gaat er iemand mee. Zo is er ondersteuning voor de betreffende leraar, maar kunnen we de leerlingen ook observeren. Mocht er iets niet helemaal goed gaan, dan kunnen we daar gemakkelijk op inspelen en er een gesprek over voeren. Daarbij stellen we met alle leerlingen in de structuurklas een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Zo willen we dat iedereen uit de Structuurklas uiteindelijk een regulier diploma haalt.”
"Als jongeren de ruimte krijgen om te groeien, kunnen ze prima in het reguliere onderwijs terecht."
Structuurklas is voor iedere leerling anders
“In de bovenbouw is de Structuurklas voor iedere leerling anders. Omdat ze daar een vakkenpakket hebben moeten kiezen, zijn ze vaker in een reguliere klas. Soms zelfs zonder begeleiding. De ene heeft dat meer nodig dan de andere. We kijken per leerling wat goed gaat. En mocht het toch niet helemaal werken, kunnen leerlingen altijd terug.”
“Toen we begonnen, hadden we nog niet de kennis in huis om een klas goed te begeleiden. Daarom hebben we medewerkers aangenomen die ervaring hadden in het speciaal onderwijs en die kennis ieder jaar bijgevuld. Daarna was het zaak de juiste leerlingen te selecteren. Welke jongeren kunnen in deze setting misschien wel een regulier diploma halen? Door met het speciaal onderwijs en het samenwerkingsverband samen te werken, kwamen we uit op een gemixte groep leerlingen met zowel internaliserende als externaliserende problematiek.”
Meer individuele tijd
“Het is een bewerkelijke groep, daarom hebben we bewust gekozen voor maximaal 12 kinderen per klas. Zo heb je als docent veel meer individuele tijd hebt voor de leerlingen. Niet iedere leraar is maximaal uitgerust om in een structuurklas aan de slag te gaan. De docenten die dat wel gaan doen, weten dat van tevoren en krijgen daarbij ook bijscholing en begeleiding. Ze moeten veel meer gericht zijn op de ontwikkeling van het kind in plaats van alleen een vak overdragen. Ik vind het goed te zien dat bij ons op school hierover het gesprek op gang is gekomen met de reguliere docenten. Zij overleggen immers regelmatig met de begeleiders van de Structuurklas: wat ging er minder goed en kan de leraar misschien zelf ook wat anders doen? Zo zie je ook ontwikkeling bij de docenten!”
Het tweede plan
“Lesgeven in zo’n Structuurklas vraagt wel wat van docenten. Bijvoorbeeld dat je pedagogisch ontzettend sterk bent, rechtlijnig kunt zijn en bovenal dat je in staat bent op een professionele manier een band met de leerlingen op te bouwen. En je moet kunnen accepteren dat de stof van je vak af en toe op het tweede plan komt, omdat er soms iets anders gebeurt dat aandacht behoeft. Maar mijn ervaring is dat die sociale investering later vaker meer oplevert dan rechtlijnig het curriculum volgen. Door af en toe de inhoud opzij te zetten en te focussen op iets wat in de klas misschien wat minder loopt, bespaar je op de lange termijn vaak meer tijd.”
Dezelfde norm geldt
“Deze leerlingen maken dezelfde toetsen en moeten aan dezelfde normen voldoen als jongeren in het reguliere onderwijs. Uiteindelijk moeten ze allemaal door hetzelfde hoepeltje van het examen. In dat opzicht is de Structuurklas ook echt geslaagd. In de vier jaar dat we dit doen zijn er zo goed als geen leerlingen doorgestroomd naar het speciaal onderwijs. Daarbij hebben nagenoeg alle leerlingen hun diploma gehaald!”
Behoefte aan meer structuurklassen
“We zijn nu aan het kijken hoe de selectie van leerlingen nog beter kan. Veel basisscholen weten inmiddels dat we deze voorziening hebben, maar er gaan uiteindelijk nog best veel leerlingen naar het VSO. Zijn er dan ook onderwijsinstellingen die ons nog niet op de radar hebben? Of kunnen wij ze nog beter op de radar hebben? Daar hebben we nu gesprekken over met het primair onderwijs en het samenwerkingsverband. Daarnaast kijken we of het mogelijk is om de Structuurklas ook op andere scholen in de buurt te starten. We willen immers nabij passend onderwijs voor alle leerlingen. Nu komen leerlingen van ver ook naar ons toe. Onze omgeving heeft in mijn ogen dan ook behoefte aan nog een stuctuurklas, bijvoorbeeld in Arnhem.”
Goede docenten zijn het belangrijkst
“Tips heb ik zeker. Allereerst: Start rustig. Wij zijn begonnen met een kleine groep goede collega’s. Ga er daarnaast van uit dat het een investering is die zeker het eerste jaar nog niet rendabel is. En begin met een nieuwe groep leerlingen die past in het profiel. Jongeren die tussen speciaal en regulier onderwijs zitten en hartstikke gebaat zijn bij de voorzieningen van de structuurklas. We hebben veel overlegd met het speciaal onderwijs, het samenwerkingsverband en ook binnen Quadraam hebben we ontzettend veel kennis. Maar het allerbelangrijkste: de Structuurklas staat en valt met goede docenten op de groep die de juiste ervaring hebben!”