Dit schooljaar zaten er voor het eerst leerlingen van Kentalis in de klas bij Produs in Arnhem. Een combiklas van twaalf leerlingen van verschillende leeftijden en leerroutes, maar allen communicatief minder sterk. Het leverde een veilige, rustige groep op en veel betrokkenen vonden het een mooi project. Toch wordt na dit schooljaar de stekker uit de samenwerking getrokken. Rick Broekmans (locatiedirecteur Produs), Jacklyn Vertrouwd (Produs) en Peter Kok (Kentalis) bespreken samen hun ervaringen.
Aan het eind van de zomervakantie hakten Kentalis College Arnhem (een school voor leerlingen die een taalontwikkelingsstoornis hebben of slechthorend zijn) en Produs Praktijkonderwijs samen de knoop door. In het nieuwe schooljaar zou er een klas worden gestart met leerlingen van beide scholen. ‘Gewoon doen’, dus.
Voor Jacklyn Vertrouwd en Peter Kok was dat even wennen, maar tegelijkertijd een goede ervaring. Ze pakten de uitdaging met beide handen aan. Jacklyn: “Ik ben er echt ingegaan met het idee: ‘we zien wel hoe het allemaal gaat’. Natuurlijk heb ik me verdiept in wat een taalontwikkelingsstoornis precies inhoudt, maar ik had al veel ervaring in het praktijkonderwijs en heel veel verschil zit er niet tussen de leerlingen”. Rick knikt en snapt de mindset van Jacklyn, al kreeg hij van collega’s ook andere signalen. “Zij gaven aan de keuze niet zo goed te begrijpen en dat ze toch graag eerder waren meegenomen in het plan. Dat begrijp ik, maar het is soms ook goed om collega’s uit hun comfortzone te halen. Zo kunnen ze tot andere inzichten komen. Ik vind het goed dat collega’s een groep leerlingen voor zich krijgen waarbij alles net iets anders verloopt. Je kunt alles wel voormasseren, maar je moet het ook gewoon doen. Zo groei je als docent ook.”
Samen oplossen
Jacklyn: “Het is voor het eerst dat we op deze manier samenwerken. Als je dan tegen een probleem aanloopt, heb je geen oplossing van eerdere voorbeelden. En dus moet je het samen oplossen. Daar leer je heel veel van. Door goed te kijken naar de groep en de docenten vonden we vaak een goed antwoord op ons vraagstuk”, leggen Jacklyn en Peter uit. Tijdens het interview vullen de twee elkaar regelmatig aan. In de klas doen ze dat ook. Zo ziet Rick Broekmans, locatiedirecteur van Produs, dat graag. “Het zijn twee verschillende type docenten, maar ze kunnen allebei iets van elkaar leren en de leerlingen ook!”
“Het is voor het eerst dat we zo samenwerken. Als je dan tegen een probleem aanloopt, moet je het samen oplossen."
"Hoe konden we nog meer integreren? Door de leerlingen van Produs en Kentalis in één lokaal te zetten!”
Meer en meer integreren
Voor Jacklyn en Peter is het de eerste keer dat ze met zo’n constructie werken, maar Rick was al bekend met dergelijke projecten. Volgens het principe ‘gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’ is een paar jaar geleden een apart lokaal ingericht met een eigen ingang voor alleen Kentalis-leerlingen. “Maar dat was een school in een school en daar wilden we langzaamaan vanaf. Ons doel was de leerlingen juist meer integreren in het concept van Produs. Dat heeft een paar jaar succesvol zo gedraaid. Zo’n vijfentwintig leerlingen hebben hun examen gehaald, maar op een geven moment dachten we: volgens mij kunnen we nóg meer integreren. Hoe? Door dus de leerlingen van Produs bij de leerlingen van Kentalis te zetten, in één lokaal.”
Uit de bubbel
De twaalf leerlingen in de groep hebben allemaal taalontwikkelingsachterstand, NT2 (Nederlands als tweede taal) of komen van het praktijkonderwijs. De docenten moeten soms tien keer iets uitleggen voordat de leerlingen het begrijpen. Dat is voor de Produs-leerlingen niet anders dan voor die van Kentalis, dat overigens ook een samenwerking heeft met Leerpark Arnhem. Sommigen wonen pas sinds een paar jaar in Nederland of zitten tegen een taalontwikkelingsachterstand aan. Ze moeten allemaal oefenen met het vele praten. Peter: “Produs-leerlingen die extra communicatieve vaardigheden moeten leren, hebben hier wat aan. En doordat de Kentalis-leerlingen nu niet in hun bubbel blijven, schieten zij er ook iets mee op. Dat is mooi. De lessen die wij hier geven, zijn heel erg gericht op communicatie. We hebben ook communicatieve doelen gesteld en die worden allemaal heel visueel gebracht. Om het praten te stimuleren, hebben we ook sfeervolle activiteiten. Zo drinken we ’s ochtends thee samen. En op vrijdag, net voor het weekend, spelen we een gezelschapsspel met elkaar, waardoor ze heel erg loskomen”.
Wel moeten oefenen
Het is een veilige groep met rustige leerlingen die niet tegen elkaar hoeven op te boksen. Ze merken dat hun docenten veel geduld voor ze hebben, iets wat Jacklyn zelf ook heeft geleerd. “In het begin dacht ik: oei, een minuut is soms best lang als een leerling iets probeert uit te leggen. Maar ik heb gezien hoe Peter dat aanpakt en nu doe ik het automatisch. Ik heb het wel moeten oefenen.” Rick vult haar direct aan: “Ze moeten ook leren dat ze in de echte wereld niet altijd de volledige tijd krijgen om iets te zeggen. Dat vind ik het mooie aan dit project. Als de leerlingen er bijvoorbeeld voor kiezen om in de detailhandel te werken, moeten ze in de winkel ook klanten te woord staan. Het is dus heel goed om het ook in de praktijk te oefenen. Weg uit de beschermende omgeving. Met de bovenbouw werken we langzaam richting het bedrijfsleven toe”.
Gemiste kans
Veel positieve woorden en goede ervaringen, zo lijkt het. Helaas stopt Kentalis met het project na dit schooljaar. En dat is een gemiste kans, volgens Rick. “Er zijn verschillende gesprekken gevoerd met leidinggevenden. Zij zijn allemaal enthousiast, maar zien ook dat het een te dure constructie is. Er zitten te weinig leerlingen in deze regio die naar Produs gaan, dus hierna houdt het op. Dat betekent dat Kentalis-leerlingen die in de regio Arnhem wonen en in aanmerking komen voor een intensief arrangement, helemaal naar Oss naar school moeten. Dat het stopt vinden we allemaal heel jammer, want we hadden het graag willen doorzetten.” Dat is voor de school en betrokkenen zelf natuurlijk een spijtige ontwikkeling, maar het duidt ook op een positieve landelijke evolutie. Steeds meer leerlingen stromen door naar het reguliere onderwijs, omdat de scholen waar ze vandaan komen ze zo enorm goed begeleiden.
Maar tot het zover is, staan Jacklyn en Peter nog met een volle bak energie, en het nodige geduld, voor hun combiklas.