Iedere dag proberen we zo goed mogelijk passend onderwijs aan te bieden: of het nu in de klas is of in de directe interactie tussen leraren en leerlingen. Hoe kun je hierop sturen? Hoe kun je ervoor zorgen dat docenten en ondersteunend personeel zich vaardig (blijven) voelen om iedere leerling de benodigde en de juiste aandacht te kunnen geven? In deze nieuwe editie van In Verbinding praten docenten over professionalisering. 

Charlotte van den Brink, schoolopleider en docent Mens & Maatschappij bij Het Westeraam

“Professionalisering in passend onderwijs kun je eigenlijk onderverdelen in vier punten. Zo is er bij ons op Het Westeraam veel ondersteuning voor collega’s en intervisiecoaching: waarom doe jij de dingen zoals je ze doet? Ook hebben we sinds dit schooljaar het H3lab: Hart, Hoofd en Handen. Dat is in het leven geroepen om bijvoorbeeld collega’s ondersteuning te bieden die vastlopen met een groepje leerlingen. Vanuit Quadraam hebben we ook een vitaliteitscoach voor de collega’s zelf. Met inloopspreekuren, want het is belangrijk dat wij zelf ook goed in ons vel zitten. We hebben ook klassenstudenten van de universiteit en op het moment dat er lesuitval is, kunnen zij de les opvangen.” 

“Daarnaast worden ons veel trainingen aangeboden op het gebied van professionalisering. Zo zijn er ook aardig wat studiedagen en congressen. Het is belangrijk dat we collega’s ondersteunen waar dat nodig is. Daarin proberen we maatwerk te bieden. Ons MT biedt externe trainingen aan, naast Quriuz (eigen opleidingsschool van het Quadraam). Als je bijvoorbeeld merkt dat je een leerling hebt met suïcidale klachten, dan kunnen we naar een congres gaan om te leren daarmee beter om te gaan.”

Didactisch coachen

“Een ander belangrijk punt is de cultuur in de school. Bij ons heerst een heel laagdrempelige cultuur. We spreken elkaar makkelijk aan en vragen makkelijk om hulp. Met het MT wordt er maatwerk geboden aan collega’s die echt met de handen in het haar zitten.” 

“We zijn ook veel bezig met vernieuwingen, zoals didactisch coachen. Daarin heeft de leerling veel meer de leiding, in plaats van dat wij alles maar voorkauwen. We leggen meer verantwoordelijkheid bij de leerlingen zelf en zijn ze niet altijd maar aan het pamperen. Ik zie wat dat betreft wel een verschuiving in het onderwijs. Er wordt steeds meer de nadruk gelegd op passend onderwijs. Er zijn meer en meer verschillende soorten leerlingen en er worden sneller diagnoses gesteld, er is meer sprake van remedial teaching en er zijn meer orthopedagogen. Het is een goede verschuiving, als je het mij vraagt.”

Zie de leerling

“Ik geef Mens & Maatschappij en samen met een paar collega’s waren we heel erg ontevreden over de methode. Die was veel te algemeen en inhoudelijk niet zo sterk. We zijn toen gaan werken met leerdoelenkaarten, waarmee leerlingen zelf keuzes kunnen maken. Zo kunnen leerlingen zelf beslissen wanneer ze met welk blok aan de slag gaan. We geven ook niet klassikaal les, alleen de lesopstart is dat. Daarna gaan ze zelf aan de slag en gaan wij individuele gesprekjes aan: zit een leerling wel goed in z’n vel? Is misschien een knutselopdracht nu beter dan iets theoretisch? We zijn heel erg gefocust op de leerling individueel. De klassen zijn ook klein: tussen de tien en maximaal achttien leerlingen. Je kent ze dan ook best wel goed en merkt het sneller wanneer een kind niet goed in z’n vel zit.” 

“Ik vind dat we veel meer van het klassikale af moeten. Dat ouderwetse leren: ik geloof niet dat onze leerlingen daar behoefte aan hebben. Dit is een andere generatie en we moeten meegaan in die snelheid. Dat is best lastig, maar vraag hulp daarin. Er zijn op school altijd collega’s die veel willen en kunnen, probeer daar mee te kijken en inspiratie op te doen. En zie de leerling. Ook tijdens de lessen, niet alleen tijdens het mentoruur.”

"Ik vind dat we veel meer van het klassikale af moeten, dat ouderwetse leren: ik geloof niet dat onze leerlingen daar behoefte aan hebben"

"Dat is de rol van de leerkracht: leer leerlingen dat ze ertoe doen"

Sven Jongejan, schoolopleider & docent speciaal onderwijs bij De Onderwijsspecialisten

“Een paar jaar geleden heb ik een masteropleiding gedaan om me te blijven ontwikkelen en dat heeft me veel nieuwe ideeën en inzichten gegeven. Als schoolopleider bij De Onderwijsspecialisten ontmoet ik natuurlijk veel jonge collega’s van de pabo. Zij komen ook met veel nieuwe ideeën. Zo leren we van en met elkaar. Die nieuwe kennis deel ik op mijn beurt weer met nieuwe leerkrachten.”

“Ik merkte dat ik ergens iets tekort kwam in mijn werk. Toen werd ik gewezen op de master Educational Needs. Ik heb daar heel veel over mezelf geleerd. Dat komt altijd neer op ‘de ijsberg’: wat zit er allemaal onder dat wateroppervlak? Wat drijft je? Die kennis neem je ook mee naar de klas. Om de leerlingen te begrijpen, moet je openstaan voor hun ideeën en ook hun ijsberg. Ik heb geleerd te kijken en te luisteren naar anderen. Ik word daar steeds beter in. Een goed leider laat z’n sterren schitteren, toch? Er is niets leukers dan een ander te helpen ontwikkelen.”

Leer studenten dat ze ertoe doen

“Wat ik merk, is dat leerlingen het vertrouwen in zichzelf kwijt zijn. Als ze dingen zien die ze niet kunnen en een ander wel, zeg ik: probeer dat van elkaar te leren. Zo creëer je meer gelijkheid onderling en dat werkt mee in het beeld dat ze van zichzelf hebben. Ze moeten niet het idee hebben dat ze er niet toe doen. Dat is de rol van de leerkracht: leer leerlingen dat ze ertoe doen. Dat vind ik belangrijk en leuk aan mijn baan: dat ik iets kan betekenen voor de leerling. Zij vinden van niet, ik zeur altijd dat ze harder moeten werken. Maar aan het einde van de rit zeggen ze: ‘We hebben toch een hoop bereikt’. En daar gaat het om.”

“Het is mooi te horen van directieleden en het bestuur hoe belangrijk ze ons, docenten, vinden. Maar het gaat echt om de samenwerking. Als directeuren jou de vrijheid geven om jezelf verder te ontwikkelen, motiveert dat enorm. Het is een wisselwerking, we zijn wel degenen die voor de klas staan, maar zonder de ondersteuners, klassenassistenten, zorgcoördinatoren, gedragswetenschappers, kan ik mijn baan niet uitvoeren. Ik kan zelf wel ideeën hebben, maar hoe mooi is het dat iemand zijn ideeën en expertise met mij deelt?”

Vriendelijk zijn naar elkaar

“In het speciaal onderwijs hebben we een nauwe samenwerking onderling. Dat zou ik ook heel graag met het regulier onderwijs hebben. Dat begint bij de pabostudenten. Het is ook goed als zij tijdens hun opleiding meekijken bij het SO. Het kan uiteindelijk niks voor ze zijn en dat ze toch kiezen om in het regulier onderwijs te gaan werken, maar ze leren wel hoe je omgaat met specifiek gedrag.” 

“Mijn tips aan andere collega’s: sta open. Kijk wat je doet, reflecteer. Analyseer het gedrag van een ander en zoek elkaars kwaliteiten op. Het is zo makkelijk om over jezelf te zeggen wat je allemaal niet goed doet, maar wat schiet jij ermee op? We kunnen ook vriendelijk naar elkaar zijn, daar groeien mensen van. Als je een ander echt wilt helpen, doe je dat op een vriendelijke manier.”

Wil je meer lezen over professionalisering in het onderwijs? In Verbinding vroeg eerder naar de visies van bestuurders binnen SWV De Verbinding. Ook schoolleiders en onderwijs ondersteunend personeel kwamen aan het woord. Alle andere artikelen in het kader van In Verbinding lees je op deze pagina