Als ondersteuning nodig is voor een leerling, spelen scholen een belangrijke rol. Een even grote rol is weggelegd voor de gemeente. Die is tenslotte verantwoordelijk voor jeugdhulp. Maar welke taak hoort precies bij wie? Om maatwerk te leveren bij het ondersteunen van leerlingen, is een fijn samenspel tussen de gemeente en samenwerkingsverband noodzakelijk.

Wie pakt wat op? SWV-directeur Johnny Uytdewilligen en bestuursadviseur Ien Kiggen van de gemeente Arnhem vertellen hoe zij ervoor zorgen dat ieder kind de best mogelijke ondersteuning krijgt.

Johnny Uytdewilligen, directeur-bestuurder SWV De Verbinding

“Het lijkt heel simpel. Als een kind ondersteuning nodig heeft op school, ligt de bal bij ons. Bij jeugdzorg ligt de bal bij de gemeente. Maar in praktijk zijn de grenzen niet zo zwart-wit. Er is een groot grijs gebied waarin het niet meteen duidelijk is waar de verantwoordelijkheid ligt. Dat leidde in het verleden weleens tot discussies. Om dat meer te stroomlijnen, hebben we een paar jaar geleden met elkaar een onderwijs-zorgconvenant getekend. Daarin staan afspraken over onderwijs, zorg en hulpverlening. Het convenant werkt goed om verzuiling tegen te gaan. Een sterke basis leg je samen. Dat is het uitgangspunt.”

“De laatste jaren ontstaat er meer vertrouwen tussen het onderwijs en de acht gemeenten in het samenwerkingsverband. Vertrouwen is de basis. Het zorgt ervoor dat alle partijen met open vizier dezelfde kant op kijken. Ideaal is het nog niet, maar het gaat een stuk beter dan in het verleden. Wat je niet wilt is dat je in gesprekken met ouders een discussie met elkaar aan het voeren bent over geld. De vertrouwensbasis die ontstaan is, helpt daar enorm bij.”

 

Rolverdeling minder zwart-wit

“Wat voorop staat, is dat een kind blijft aangehaakt bij het onderwijs. Als een kind buiten school valt, zie je hem niet meer. We proberen altijd te voorkomen dat een kind niet meer naar school gaat, want dan heb je hem niet zo snel meer terug. Als dat toch gebeurt, is toeleiding naar onderwijs een taak van de gemeente. Maar dat is tegenwoordig minder zwart-wit. Scholen spelen een veel grotere rol dan in het verleden en worden eerder betrokken. Dat is een van de dingen die nu beter lopen dan een aantal jaren geleden. Sowieso onttrekken we ons nooit aan onze taak om een leerling te blijven monitoren.”

“Een kind is gebaat bij een zo adequaat mogelijke oplossing, maar waar we nog steeds tegenaan lopen, is dat er wachtlijsten zijn. Als samenwerkingsverband hebben we daar helaas geen grip op. Het enige wat we kunnen doen, is continu in gesprek blijven.”

Ouders wat dwingender

“Ik hoor al vanaf 2008, toen ik in het onderwijs ging werken, dat het ieder jaar zwaarder wordt, maar ik heb het gevoel dat ouders tegenwoordig soms wat dwingender zijn dan een aantal jaren geleden. Het komt weleens voor dat ouders per se een bepaalde weg in willen slaan. Dan kan ik praten tot ik een ons weeg. Ik raad in dat soort uitzonderlijke gevallen echt aan: pak die uitgestoken hand en vertrouw op onze expertise.”

“Voor ons is het fijn om te zien dat kinderen in het reguliere onderwijs blijven én maatwerk krijgen wanneer het netwerk van het samenwerkingsverband optimaal functioneert. Eigenlijk hebben we als samenwerkingsverband een beetje een ondankbare taak. Als het niet goed gaat met een kind, komt het op ons bordje. Maar wanneer het wel goed gaat, hoor je er vervolgens niets meer van. Tegelijkertijd ben ik heel blij om te zien dat de samenwerking met de ketenpartners alleen maar beter wordt. Met name met de gemeente Arnhem gaat dat heel goed. Vanuit vertrouwen gaan we naar loyaliteit.”

“Een sterke basis leg je samen. Dat is het uitgangspunt.”

“Scholen hebben nog weleens de neiging om dingen zelf op te lossen. Dat is soms lastig.”

Ien Kiggen, bestuursadviseur gemeente Arnhem

“Met de invoering van de Jeugdwet in 2015 is er voor gemeenten veel veranderd. De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg ligt sindsdien bij de gemeente. In Arnhem hebben we ervoor gekozen om de uitvoering in een aparte stichting buiten de gemeente te organiseren. Via de stichting Sociale Wijkteams Arnhem zijn mensen van allerlei organisaties betrokken, waaronder van Rijnstad en zorgaanbieders.”

“Helaas komt het nog altijd voor dat kinderen uitvallen. In het convenant hebben we afgesproken dat kinderen niet thuis zitten. Indien dat toch gebeurt, kijken we met alle partijen hoe we ervoor kunnen zorgen dat een kind weer naar school gaat – al is het maar een uur. Samen met de GGD-arts, jeugdmaatschappelijk werk, het samenwerkingsverband, Regionaal Bureau Leerplicht, school en de wijkcoach kijk je wat er nodig is en wat mogelijk is. Niet alles is op school op te lossen. Daarom kijken de wijkcoaches altijd breder dan alleen de school. Dat werkt heel goed, al hebben scholen nog weleens de neiging om dingen zelf op te lossen en te lang ‘bij zich te houden’. Dat is soms lastig.”

Samenwerking als basis

“Als in het onderwijs geconstateerd wordt dat een kind extra hulp nodig heeft, dan wordt de wijkcoach ingeschakeld die bij de school betrokken is. Samen stellen zij een integraal plan op met doelen. De gemeente is verantwoordelijk voor kinderen uit de Jeugdwet, maar de gemeente is niet de opdrachtgever van het onderwijs zoals soms gedacht wordt. Hier bestaat weleens verwarring over. Daarnaast is er sprake van een ‘grijs gebied’ tussen de wet Passend Onderwijs en de Jeugdwet. Daardoor is er geen scherpe lijn te trekken tussen wie verantwoordelijk is voor de benodigde inzet. Samenwerken in het belang van het kind is dan essentieel.”

“We kunnen het niet alleen. Samenwerking is de basis. Om die reden is er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in samenwerking. Voor de invoering van de Jeugdwet in 2015 waren het twee totaal verschillende werelden die elkaar niet kenden, ook financieel niet. Een aantal jaren geleden was er bijna geen contact met het samenwerkingsverband. Maar we hebben elkaar goed gevonden en samen komen we er altijd wel uit. We zijn nu met nieuwe energie aan het kijken hoe we komende tijd nog beter met elkaar kunnen samenwerken. Er zijn in theorie sluitende afspraken, maar in de praktijk werkt het nog niet altijd.”

‘Niet ieder wissewasje en verdrietje is op te lossen’

“Ouders zitten er tegenwoordig meer bovenop dan in het verleden. Ze weten wat het beste is voor hun kind, maar zij hebben niet altijd een open oor voor de kennis en expertise van het samenwerkingsverband. Als er ouders zijn die per se naar een bepaalde aanbieder willen gaan, dan is dat soms ingewikkeld. Je kunt ouders niet dwingen, maar het is ook niet zo dat alle aanbod voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Het is ook een tendens in de maatschappij om meteen de alarmklok te luiden en professionele hulp in te roepen. Natuurlijk wil je zaken zo snel mogelijk in de kiem smoren, maar niet ieder wissewasje en verdrietje is op te lossen. Zo is het leven, denk ik dan. Het hoort erbij.”

Het artikel ‘het fijne samenspel tussen gemeenten en SWV’ is geschreven in het kader van het project In Verbinding, waar kennisdeling binnen ons samenwerkingsverband centraal staat. Momenteel is het thema ‘maatwerk’. Eerder interviewden we ondersteuningscoördinatoren over dit onderwerp. Lees alle artikelen op de pagina van In Verbinding